Bureau Guacamaya
Vlinderles
Inleiding
Het leven van vlinders en andere insecten is vaak veel interessanter dan dat van op het eerste gezicht meer indrukwekkende dieren zoals een olifant of grote panda. Zo is de levenscyclus van een vlinder heel bijzonder. Een vlinder legt een eitje waar een rupsje uitkomt. De meeste mensen vinden rupsen lelijk of soms zelfs eng. De rups maakt een cocon en ondergaat een complete gedaanteverandering. Uit de cocon komt een vlinder en vrijwel iedereen vindt vlinders prachtige en elegante wezentjes. Vlinders zijn ook vrij eenvoudig te zien en door geschikte bloemen te planten ook gemakkelijk aan te trekken naar eigen tuin. Vlinders zijn dan ook zeer geschikt om kinderen te interesseren voor de hen omringende natuur.





Lesprogramma's
Ik heb inmiddels zeven verhalende lesprogramma’s ontwikkeld over vlinders. Voor groep 1-2 het lesprogramma ‘Pedro de rups’. Dit lesprogramma gaat over een rupsje dat geplaagd wordt door alle insecten in het bos en niemand wil met Pedro spelen omdat hij lelijk en sloom is. Later verandert Pedro in een mooie vlinder en dan wil iedereen vriendjes met hem worden. Een verhaal met een duidelijke boodschap en een verhaal dat kinderen erg aanspreekt (van Guatemala tot Ecuador en Nederland). Voor de groepen 3-4 is het lesprogramma ‘Esmeralda de dagpauwoog’ beschikbaar. Er zijn drie lesprogramma’s beschikbaar voor kinderen van de groepen 5-6: ‘Marieke de grote vuurvlinder’, ‘Eva de kleine parelmoervlinder’ en ‘Eva de sleedoornpage’. Voor de groepen 7-8 zijn twee lesprogramma’s beschikbaar: ‘Linda helpt de vlinders’ en ‘Lisa helpt de sleedoornpage’. Een school kan kiezen voor een bijzondere vlinder die in de directe omgeving voorkomt of voor een meer algemeen lesprogramma over vlinders. Ik wil graag nog een lesprogramma voor de groepen 5-6 schrijven over de citroenvlinder. Deze is overal in Nederland te zien in tegenstelling tot de drie vlinders die de hoofdrol spelen in de nu beschikbare lesprogramma’s voor de groepen 5-6.
Eigen vlinder bedenken
De lesprogramma’s bestaan uit een aantal kleine verhaaltjes en elk verhaaltje kan gezien worden als een les. Na elk verhaaltje volgen een aantal vragen over de tekst (begrijpend lezen), een andere taal- en of rekenopdracht en de meeste verhaaltjes worden afgesloten met een creatieve opdracht. In alle lesprogramma’s van de groepen 3-4 tot en met de groepen 7-8 wordt kinderen gevraagd een vlinder te tekenen die eruitziet zoals zijn naam zegt. Het begint dus met het bedenken van de naam van de vlinder. De kinderen moeten de naam geheimhouden en als de vlinder is getekend gaan zij van elkaar raden wat voor een vlinder zij hebben bedacht/getekend. Een uitdagende opdracht met vaak verrassende resultaten.










Rekenen
In verschillende lesprogramma’s komen bijzondere rekenopdrachten voor die gerelateerd zijn aan vlinders en/of andere dieren. In het lesprogramma ‘Esmeralda de dagpauwoog’ moeten kinderen de stippen bij een ‘leeg’ lieveheersbeestje intekenen, zo leren zij onder andere: delen, rest en evenwijdig. Bij een andere opdracht in dit lesprogramma moeten zij dieren ordenen op de afstand die zij kunnen springen. Kinderen kunnen op een geschikte plek ook zelf springen en uitmeten hoe ver zij en verschillende dieren kunnen springen. In het lesprogramma ‘Marieke de grote vuurvlinder’ moeten de kinderen dieren ordenen op de snelheid waarmee zij kunnen vliegen en in een ander rijtje met de snelheid waarmee zij kunnen lopen/rennen. Ik heb ook zijdepoppen en Oosterse zijde om kinderen te laten zien en voelen. En voor mooie rekenopdrachten. De cocon van een zijderups levert een zijden draad van 1.200 meter. Hoeveel cocons heb je nodig om een draad te maken van Groningen naar Maastricht (360 km)? Hoeveel cocons heb je nodig om een draad te maken rond de hele wereld (40.000 km)? Een cocon weegt 2 gram. Hoeveel cocons heb je nodig om 10 kg zijde te maken?
Kunstzinnige oriëntatie
Vlinders (en andere insecten) zijn te gebruiken als onderwerp voor tal van teken- en knutselopdrachten variërend van eenvoudig tot moeilijk. Leerlingen van groep 1-2 leren in het boekje ‘Pedro de rups’ hoe je een rups, vlinder en bloem kunt tekenen. Daarnaast kan dit boekje ook als kleurboek worden gezien. Het thema vlinders (en andere kriebelbeestjes) kan ook gebruikt worden voor allerlei knutselopdrachten waarbij bijvoorbeeld vlinders en andere insecten worden gemaakt van gekleurd papier en andere materialen. In de boekjes voor kinderen van de groepen drie tot en met acht staan tal van tekenopdrachten. Daarnaast staan in de boekjes voor de kinderen van groep drie tot en met zes ook veel tekeningen die ingekleurd kunnen worden.








Eigen plantjes
Als onderdeel van de vlinderles ‘maken’ de kinderen aarde van kokosvezel en water en vullen hiermee een bakje. Het bakje wordt ingezaaid met zaden van gouds- en zonnebloemen en venkel. De kinderen krijgen het bakje mee naar huis om daar de plantjes verder op te kweken en deze vervolgens in eigen tuin te planten om vlinders, bijen en andere beestjes te helpen. Gouds- en zonnebloemen trekken allerlei insecten aan van bijen en vlinders tot hommels en zweefvliegen. Als de zonnebloem blijft staan in de tuin kunnen in de herfst en winter vogels zaadjes eten uit de bloem. Venkel is een van de waardplanten (plant waar vlinder zijn eitjes op afzet) van de koninginnenpage, de mooiste en grootste vlinder van Nederland. Met een beetje geluk trekken de venkelplanten koninginnenpages naar de tuin om eitjes af te zetten. De rupsen van deze vlinder zijn ook mooi en zo kan de eigen tuin een plek worden waar koninginnenpages geboren worden..
De citroenvlinder en vuilboom
Wellicht de gemakkelijkste manier om dieren in eigen tuin te helpen is het planten van een vuilboompje. Dit boompje heeft zijn naam niet mee en heeft ook geen spectaculaire bloemen of eetbare vruchten. De vuilboom is echter wel de belangrijkste waardplant van de citroenvlinder (de enige andere waardplant is de vrij zeldzame wegedoorn) en daarmee van groot belang voor deze mooie, knalgele vlinder. Het vuilboompje bloeit van mei tot en met september en is daarmee de langst bloeiende inheemse plant van Nederland. De kleine witte bloemen worden bezocht door tal van insecten. De besjes worden gegeten door merels en andere lijsterachtigen. Het vuilboompje kan uiteindelijk 4-5 meter hoog worden, maar door de boom te snoeien kan je het boompje klein houden. Met het planten van een vuilboompje help je naast citroenvlinders voor onbepaalde tijd ook andere insecten en vogels in de tuin! De vuilboom is in oktober-november met kale wortel te koop voor rond de €1. Als je in deze periode het boompje plant loopt deze het volgend voorjaar al mooi uit. Als onderdeel van een vlinderproject kan ervoor gekozen worden om de kinderen een vuilboompje te geven om in eigen tuin te planten (de kinderen krijgen dan een formulier mee naar huis met informatie over de vuilboom en als de ouders een vuilboompje willen hebben gaat het formulier ondertekend weer terug naar school).










Natuurtuin op school
Als er plek is op het schoolterrein kan desgewenst ook een vlinder- of wel natuurtuin worden opgezet. Er kan gekozen worden voor een klein tuintje op een rustig hoekje van het terrein, maar ook voor een grotere vlindertuin als er veel ruimte beschikbaar is. Als onderdeel van het project worden de kinderen betrokken bij de aanleg van de tuin en het planten van de verschillende planten zodat de tuin ‘hun’ tuin wordt en zij zich betrokken voelen bij de tuin en een succeservaring krijgen wanneer zij zien dat de plantjes die zij geplant hebben bezocht worden door vlinders en andere insecten. De tuin kan ook gebruikt worden voor interactief natuuronderwijs op enkele stappen afstand van het lokaal. Daarnaast kan de tuin ook als inspiratiebron dienen voor kinderen en ouders om de eigen tuin natuurvriendelijker in te richten.