top of page

schild/ketting van Samburu uit Kenia

Lesprogramma voor brugklassen

Het concept van de verschillende lesprogramma’s is toepasbaar van de brugklas VMBO tot de hoogste klassen van VWO en gymnasium.  Bij brugklassen is het mogelijk een dag les te geven over één van de onderwijsprogramma’s waarbij dan aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, Nederlands en tekenen worden geïntegreerd. Bij het lesprogramma over de gouden eeuw kan aandacht worden gegeven aan een beladen onderwerp: het Nederlandse slavernijverleden. Het bovenstaande document over de slavenhandel is een verbindend element tussen vakken als Nederlands, aardrijkskunde en geschiedenis. Nederlands in de meest letterlijke zin waarbij wordt gekeken naar het oud Nederlands in het document. Nederlands in bredere zin in de vorm van het gebruiken van het document als discussiemateriaal. Uit de tekst  blijkt overduidelijk dat mensen eenvoudigweg handelswaar waren. De slaven hadden een prijs en er werd niet betaald met geld, maar gebruik gemaakt van verschillende ruilgoederen die van ver werden gehaald zoals textiel uit India. Geschiedenis en aardrijkskunde komen hier samen. Handelskralen, kauri schelpen  en armbanden werden ook veel gebruikt in de slavenhandel en deze worden ook getoond aan de leerlingen. Bij biologie kan aandacht worden gegeven aan het lot van de dodo die in korte tijd uitstierf door de komst van Nederlandse zeevaarders (en met name de dieren die zij meebrachten) op het eiland Mauritius. De rijkdom in de gouden eeuw was overigens niet afkomstig van de slavenhandel en maar in geringe mate van de inkomsten van de VOC. De ‘gewone’ handel in graan, hout, zout en haring waarbij Nederlandse schepen voeren tussen de Oost Zee en Zuid Europa was de echte bron van rijkdom die heeft geleid tot onder meer de bloei van de schilderkunst. Bij tekenen kan aandacht worden gegeven aan de kunstschilders uit de gouden eeuw en kan ik demonsteren hoe zij verf maakten die vervolgens gebruikt kan worden bij het maken van een eigen ‘kunstwerk’. 

de meerlaagse  chevronkralen waren zeer gewild

kostbare kleurstoffen uit de gouden eeuw

Oostenrijks noodgeld van hout

tetradrachme Diocletuanus 284-305

tetradrachme Caracalla 198-217

Lessen voor hogere klassen

In de hogere klassen passen de verschillende programma’s het beste bij het E&M profiel.  De geschiedenis van geld is binnen dit profiel het meest interessant.  Ik heb verschillende vormen van geld. Van handelskralen gebruikt in Afrika tot hondentanden uit Nieuw Guinea en spondylus (schelp) uit Peru tot tapa’s (beschilderde vellen van boombast) uit Polynesië. Deze producten kunnen getoond worden en inzichtelijk maken hoe geld werkt of juist niet (meer) werkt. Deze producten hebben lang dienst gedaan als geld in de genoemde landen/gebieden, maar inmiddels wordt ook hier met regulier geld betaald. Regulier geld kan ook zijn waarde verliezen. Het Romeinse rijk kwam in de problemen doordat er geen zilver meer was om munten te slaan. Een eenvoudige oplossing was om het zilvergehalte van de munten te verlagen en de munten te verkleinen wat echter leidde tot enorme inflatie en snel verloor het geld al zijn waarde wat uiteindelijk ook leidde tot het uiteenvallen van het Romeinse rijk.  In 1914 werd er in Duitsland betaald met grotere zilveren munten van vijf mark. De eerste wereldoorlog en de herstelbetalingen leidde uiteindelijk tot hyperinflatie en het geld verloor al zijn waarde. Dorpen en steden gingen uit nood eigen geld uitgeven en in Oostenrijk werden er zelfs houten bankbiljetten ontwikkeld. De economische rampspoed leidde uiteindelijk tot de tweede wereldoorlog. In deze oorlog verloor het geld in Nederland zijn waarde en werd gewerkt met voedselbonnen en ruilhandel. Economie en geschiedenis komen samen in het programma. Door het laten zien van geld en alternatief geld worden abstracte situaties en begrippen inzichtelijk gemaakt. 

'geldarmband' uit Congo

bottom of page